De Europese bedrijvenenquête (European Company Survey, ECS) is regelmatig uitgevoerd sinds het eerste onderzoek in 2004-2005, toen nog de Europese enquête naar de arbeidstijden en het evenwicht tussen werk en privéleven (ESWT). De tweede enquête – onder de nieuwe titel “Europese bedrijvenenquête” – werd voltooid in 2009 en de derde in 2013. De vierde ECS werd in 2019 uitgevoerd, in samenwerking met het zusteragentschap van Eurofound, Cedefop.
Doelstellingen van de enquête
Met de enquête wordt voornamelijk beoogd:
- informatie over beleid en praktijken van bedrijven in heel Europa op een geharmoniseerde basis in kaart brengen, beoordelen en kwantificeren;
- relaties tussen bedrijfspraktijken en hun invloed analyseren en praktijken onderzoeken vanuit de invalshoek van bedrijfsstructuren, waarbij in het bijzonder wordt gelet op de sociale dialoog;
- trends in de gaten houden;
- bijdragen aan de Agenda voor Europa door het in kaart brengen en begrijpen van bedrijfsbeleid en -praktijken waarop Europa een economie kan bouwen die werkt voor de mensen, waarin de kernwaarden van de Unie worden geborgd – zoals het belang van een goed functionerende dialoog – en die klaar is voor het digitale tijdperk.
Hoe wordt de enquête uitgevoerd?
De ECS is een op een vragenlijst gebaseerde enquête die wordt uitgevoerd bij een representatieve steekproef van bedrijven met ten minste tien werknemers. De interviews worden gehouden met de leidinggevende van de afdeling personeelszaken in het bedrijf en voor zover mogelijk met een vertegenwoordiger van het personeel.
Focus van de enquête
In de eerste editie van de enquête kwamen onderwerpen op het gebied van werktijdregelingen en het evenwicht tussen werk en privéleven binnen het bedrijf aan bod. In de tweede editie werd gekeken naar verschillende vormen van flexibiliteit, waaronder flexibele werktijden, flexibele contracten, variabele beloning en financiële participatie, alsook naar begeleidende maatregelen op het gebied van personeelszaken en de aard en kwaliteit van de sociale dialoog op de werkplek. In de derde enquête werden de organisatie van de werkplek, innovatie op de werkplek, werknemersparticipatie en de sociale dialoog binnen bedrijven in Europa onder de loep genomen. Deze onderwerpen werden in de vierde editie herhaald en aangevuld met vragen over het gebruik van vaardigheden, strategie op het gebied van vaardigheden en digitalisering.
Omvang van de enquête
De verschillende edities van de enquête bestreken de volgende landen:
- ECS 2020 COVID-19-vervolgonderzoek: 28 landen, waaronder de EU-lidstaten en het Verenigd Koninkrijk. In november 2020 ontvingen managementrespondenten van ECS 2019 die ermee hadden ingestemd om opnieuw te worden benaderd, een onlinevervolgvragenlijst gericht op het vastleggen van de invloed van COVID-19 op praktijken op de werkplek.
- ECS 2019 : 28 landen, waaronder de EU-lidstaten en het Verenigd Koninkrijk.
- ESC 2013 : 32 landen, waaronder de EU-lidstaten, Kroatië, Noord-Macedonië, IJsland, Montenegro en Turkije.
- ECS 2009 : 30 landen, waaronder de EU-lidstaten, Kroatië, Noord-Macedonië en Turkije.
- ECS (ESWT) 2004-2005 : 21 landen, waaronder de EU-lidstaten, Cyprus, Tsjechië, Hongarije, Letland, Polen en Slovenië.
2020
ECS COVID-19 follow-up
28 countries, including the EU Member States and the United Kingdom
In November 2020, ECS 2019 management respondents that had agreed to be recontacted received an online follow-up questionnaire aiming to capture the impact of COVID-19 on workplace practices.
2019
Round 4
28 countries, including the EU Member States and the United Kingdom
2013
Round 3
32 countries, including the EU Member States, Croatia, North Macedonia, Iceland, Montenegro and Turkey
2009
Round 2
30 countries, including the EU Member States, Croatia, North Macedonia and Turkey
2004–2005
Round 1 (ESWT)
21 countries, including the EU Member States, Cyprus, Czechia, Hungary, Latvia, Poland and Slovenia