Overslaan en naar de inhoud gaan
Abstract

In het Verdrag van Lissabon is territoriale cohesie vastgesteld als de derde dimensie van de Europese cohesie. Hoewel er in het beleid hoge prioriteit wordt gegeven aan het bereiken van een geografisch evenwichtige economische ontwikkeling, bestaan er nog steeds verschillen in levensomstandigheden tussen stedelijke en plattelandsgebieden. In sommige gevallen worden deze verschillen groter. Dit verslag documenteert de verschillen tussen stad en platteland op het gebied van sociale, politieke, culturele en economische resultaten. Deze verschillen kunnen een ernstige bedreiging vormen voor de sociale cohesie in Europa. Uit dit verslag blijkt immers dat plattelandsbewoners zich vaker veronachtzaamd voelen door overheden en minder vertrouwen hebben in overheden en instellingen dan stedelingen. Bovendien is de openbare dienstverlening in plattelandsgebieden slechter dan in stedelijke gebieden en ontstaan er voortdurend lacunes in de dienstverlening. Om alle gebieden een goede toekomst te bieden, moeten innovatieve oplossingen worden gevonden om economische achteruitgang tegen te gaan. In dit verslag worden creatieve oplossingen geschetst die in de lidstaten worden ingezet om diensten te verlenen in afgelegen gebieden.

Key findings

•    De doelstelling om te zorgen voor een evenwichtige geografische ontwikkeling in alle Europese regio’s is verankerd in het Verdrag van Lissabon. Ondanks deze verbintenis bestaan er echter nog steeds aanzienlijke verschillen in inkomen en levensomstandigheden tussen plattelands- en stedelijke gebieden in Europa, waarbij de werkgelegenheid en het niveau van het menselijk kapitaal gemiddeld hoger zijn in stedelijke gebieden en de kloof op het gebied van mediaan inkomen de afgelopen tien jaar met bijna 20 % is toegenomen.

•    Inwoners van plattelandsgebieden ondervinden een voordeel op het gebied van huisvestingskosten en -omstandigheden: slechts 6 % van de huishoudens besteedt bovenmatig veel aan huisvesting, tegenover 9 % van de huishoudens in steden. Plattelandsbewoners zijn vaker eigenaar van hun woning, wonen vaker in grotere huizen en hebben minder last van vervuiling en criminaliteit. De natuurlijke omgeving waarin zij leven, biedt ook mogelijkheden om klimaatneutraliteit na te streven.

•    Het is belangrijk dat openbare diensten van goede kwaliteit in alle gebieden beschikbaar zijn om vertrouwen op te bouwen bij die burgers die het gevoel hebben dat hun gemeenschappen in de steek worden gelaten, aangezien de bevindingen aantonen dat ongelijke kansen en een gebrek aan erkenning ontevredenheid kunnen aanwakkeren en sociale tolerantie en vertrouwen kunnen aantasten. Dit algemene gebrek aan vertrouwen onder bewoners van plattelandsgebieden is vooral zorgwekkend en vraagt om meer politieke aandacht voor plattelandsgebieden en hun economische investeringen.

•    Vrouwen in plattelandsgebieden hebben te maken met extra uitdagingen, zoals een grotere genderkloof op het gebied van werkgelegenheid en een conservatievere attitude. Het beleid moet daarom gericht zijn op het aanmoedigen van vrouwen in plattelandsgebieden om tot de arbeidsmarkt toe te treden en er te blijven. In dit verband is het belangrijk ervoor te zorgen dat er in plattelandsgebieden kinderopvangvoorzieningen van goede kwaliteit beschikbaar zijn.

•    Het is van cruciaal belang dat de lidstaten voorrang geven aan investeringen in onderwijs en opleiding voor plattelandsgemeenschappen, aangezien plattelandsbewoners niet dezelfde toegang genieten als de bevolking in de steden tot diensten en infrastructuur, zoals scholen en hogesnelheidsbreedband. Deze verschillen in leefomstandigheden en openbare dienstverlening tussen stad en platteland lijken hun tol te eisen van het sociale kapitaal, aangezien plattelandsbewoners vaker het gevoel hebben dat hun rol en die van hun gemeenschap niet wordt erkend door de centrale overheden.

The report contains the following lists of tables and figures.

List of tables

  • Table 1: Indicators used to assess the rural–urban divide in income, poverty and living conditions
  • Table 2: Summarising rural–urban gaps in income, poverty and living conditions
  • Table 3: Indicators used to assess the rural–urban divide in employment and opportunity
  • Table 4: Summarising rural–urban gaps in employment and opportunities, 2012–2021
  • Table 5: Individual and community recognition gaps
  • Table 6: Variables from the EVS used to measure cultural differences
  • Table 7: List of survey questions used to analyse political participation
  • Table 8: Political participation indicators, by degree of urbanisation and political participation type, EU27, 2022 (%)
  • Table 9: Political participation variables in Eurofound’s Living, working and COVID-19 e-survey

List of figures

  • Figure 1: Distribution of population, by degree of urbanisation, EU27, 2020 (%)
  • Figure 2: Urban population as a share of the total population, by region, 1960–2021 (%)
  • Figure 3: Financial hardship in rural and urban areas throughout the COVID-19 crisis
  • Figure 4: Employment situation of rural and urban residents throughout the COVID-19 crisis
  • Figure 5: Median income, by Member State and degree of urbanisation, 2021 (€)
  • Figure 6: Convergence trends in median income rate, by degree of urbanisation, 2012–2021 (€)
  • Figure 7: AROPE rate, by Member State and degree of urbanisation, 2021 (%)
  • Figure 8: Convergence trends in AROPE rate, by degree of urbanisation, 2012–2021 (%)
  • Figure 9: Capacity to meet living costs (a) and ownership of assets and appliances (b) as proxies of the rural–urban gap in living standards
  • Figure 10: Housing cost overburden rate, by Member State and degree of urbanisation, 2021 (%)
  • Figure 11: Convergence trends in housing cost overburden rate, 2012–2021 (%)
  • Figure 12: Aggregate home and neighbourhood characteristics (a) and structural quality (b) as proxies of the rural–urban gap in housing conditions
  • Figure 13: Employment rate among 20- to 64-year-olds, by Member State and degree of urbanisation, 2021 (%)
  • Figure 14: Convergence in employment rate, by degree of urbanisation, 2012–2021 (%)
  • Figure 15: NEET rate, by Member State and degree of urbanisation, 2021 (%)
  • Figure 16: Convergence in NEET rate, by degree of urbanisation, 2012–2021 (%)
  • Figure 17: Tertiary educational attainment, by Member State and degree of urbanisation, 2021 (%)
  • Figure 18: Convergence in tertiary educational attainment, by degree of urbanisation, 2012–2021 (%)
  • Figure 19: Population with at least basic digital skills, by Member State and degree of urbanisation, 2021 (%)
  • Figure 20: Individual recognition gap, by Member State and degree of urbanisation (%)
  • Figure 21: Community recognition gap, by Member State and degree of urbanisation (%)
  • Figure 22: Individual and community recognition gaps
  • Figure 23: Gender equality index, by Member State and degree of urbanisation, 2017
  • Figure 24: Liberal morality index, by Member State and degree of urbanisation, 2017
  • Figure 25: Immigrant acceptance index, by Member State and degree of urbanisation, 2017
  • Figure 26: Estimate of urbanisation level as a predictor of views of gender equality, liberal morality, immigrant acceptance and social tolerance, 2008 and 2017
  • Figure 27: Share of respondents who voted in their last national election, by Member State and degree of urbanisation (%)
  • Figure 28: Share of respondents who have attended a meeting of a trade union, political party or political group, by Member State and degree of urbanisation (%)
  • Figure 29: Share of respondents who have contacted a politician or a public official, by Member State and degree of urbanisation (%)
  • Figure 30: Share of respondents who have attended a protest or demonstration, by Member State and degree of urbanisation (%)
  • Figure 31: Share of respondents who have signed a petition, by Member State and degree of urbanisation (%)
  • Figure 32: Share of respondents who have commented on an issue online, by Member State and degree of urbanisation (%)
  • Figure 33: Share of respondents who have boycotted a product or service of a company, by Member State and degree of urbanisation (%)
  • Figure 34: Logistic regression results for formal and informal political participation, by degree of urbanisation
  • Figure 35: Trust in government, trust in the EU, and satisfaction with democracy, by degree of urbanisation, EU27
  • Figure 36: Trust in government, by Member State and degree of urbanisation (%)
  • Figure 37: Trust in the EU, by Member State and degree of urbanisation (%)
  • Figure 38: Satisfaction with democracy, by Member State and degree of urbanisation (%)
  • Figure 39: Logistic regression results for trust in institutions and satisfaction with democracy, by degree of urbanisation, 2022
  • Figure 40: Likelihood of perceiving services as poor quality, by degree of urbanisation
Number of pages
92
Reference nº
EF22027
ISBN
978-92-897-2350-3
Catalogue nº
TJ-04-23-916-EN-N
DOI
10.2806/647715
Permalink

Cite this publication

Disclaimer

When freely submitting your request, you are consenting Eurofound in handling your personal data to reply to you. Your request will be handled in accordance with the provisions of Regulation (EU) 2018/1725 of the European Parliament and of the Council of 23 October 2018 on the protection of natural persons with regard to the processing of personal data by the Union institutions, bodies, offices and agencies and on the free movement of such data. More information, please read the Data Protection Notice.