Overslaan en naar de inhoud gaan
Abstract

Tijdens de pandemie moesten veel jongeren hun toekomstplannen wijzigen. Weliswaar was de arbeidsmarktsituatie van jongeren eind 2023 beter dan in de voorgaande jaren, toch werden zij op hun weg naar zelfstandigheid nog steeds geconfronteerd met tal van obstakels, zoals stijgende kosten van levensonderhoud en de onmogelijkheid om het ouderlijk huis te verlaten. In dit rapport worden de wensen en toekomstplannen van jongeren – en het daaraan gekoppelde welbevinden – onderzocht in de context van de actuele situatie op de arbeids- en woningmarkt en de voortgang van de tenuitvoerlegging van de versterkte jongerengarantie van de EU.

Hoofdpunten

  • Problemen bij het vinden van een eigen woning vormen voor jongeren een van de grootste obstakels voor onafhankelijkheid. Vooral financieel minder bedeelde jongeren hebben slechtere kansen om het ouderlijk huis te verlaten, ook omdat dit de financiële druk op het huishouden kan verhogen. Jongeren die bij hun ouders wonen, hebben de meeste moeite om de eindjes aan elkaar te knopen.
     
  • Uit nieuwe bevindingen komt naar voren dat discrepanties tussen wensen en concrete plannen, met name wanneer het gaat om het vinden van een baan, gepaard gaan met een groter risico op depressie bij jongeren. Hoewel er sinds de pandemie sprake is van verbetering, is het in 2023 met geestelijk welzijn van jongeren nog steeds slechter gesteld dan met dat van personen boven de 30 jaar.
     
  • De discrepanties tussen de wensen van jongeren en hun concrete plannen op het gebied van huisvesting zijn opvallend: veel jongeren hebben geen kans op een koopwoning en wonen nog steeds bij hun ouders of moeten genoegen nemen met een huurwoning. Deze onvervulde wens om het ouderlijk huis te verlaten gaat gepaard met een grotere kans om zich buitengesloten te voelen van de samenleving.
     
  • Hoewel de momenteel hoge arbeidsparticipatie van jongeren in de EU de druk op het actieve arbeidsmarktbeleid en de versterkte jongerengarantie heeft verlicht, staan sommige groepen nog steeds voor uitdagingen. In de komende periode is het van cruciaal belang dat deze steun wordt voortgezet en dat het EU-beleid zich richt op jonge moeders, die thans het vaakst zonder baan, onderwijs en opleiding zitten, en op het verminderen van de soms sterke regionale verschillen.
     
  • Lhbtq+-jongeren en personen die het risico lopen op depressie hebben het vaakst een onvervulde kinderwens. Jongeren met een hoger inkomen en jongeren die bij hun ouders wonen geven vaker aan binnen afzienbare tijd kinderen te willen krijgen. De helft van hen zegt binnen drie jaar te willen gaan samenwonen met een partner. Ongeveer een derde wil trouwen en een vergelijkbaar percentage wil kinderen krijgen.

Samenvatting

Tegen het einde van de COVID-19-pandemie stelden veel jongeren in Europa vast dat zij gedwongen waren om ten minste een deel van hun toekomstplannen te wijzigen – voor wat betreft hun opleiding loopbaan, hun woonsituatie en het stichten van een gezin. De werkgelegenheid in Europa is nog steeds hoog en de gunstige economische omstandigheden hebben bijgedragen aan de hoogste arbeidsparticipatie van jongeren in de afgelopen 15 jaar. De plannen van jongeren staan echter steeds meer onder druk waar het gaat om huisvesting en de kosten van levensonderhoud, en er blijft bezorgdheid bestaan over het geestelijk welzijn van jongeren. Dit verslag biedt een uitvoerig overzicht van het leven van jongeren na de pandemie en besteedt bijzondere aandacht aan toekomstplannen en de omstandigheden die de verwezenlijk daarvan kunnen belemmeren of bevorderen.

 

Beleidscontext

Tijdens de pandemie lag de nadruk van het beleid op het helpen overleven van bedrijven, maar de EU-instellingen hebben ook snel voor meer werkgelegenheidssteun voor jongeren gezorgd door de introductie van de versterkte jongerengarantie, waarbij de leeftijdsgrens voor degenen die onder de regeling vallen werd verhoogd van 25 naar 29 jaar. In dit verslag wordt beschreven welke vooruitgang is geboekt en welke uitdagingen werden ondervonden bij de uitvoering van de regeling en wordt gewezen op het belang van verdere steun voor de versterkte jongerengarantie. Dit is met name noodzakelijk omdat werkgelegenheidsmaatregelen voor jongeren naar verhouding een nogal klein deel uitmaakt van de maatregelen die in het kader van de herstel- en veerkrachtfaciliteit worden ondersteund.

 

Belangrijkste bevindingen

  • De arbeidsparticipatie van jongeren in de EU is momenteel het hoogst sinds 2007 en het percentage jongeren dat geen werk heeft en geen onderwijs of opleiding volgt (not in employment, education or training, NEET) is historisch laag. Bovendien is het percentage ontmoedigde werknemers onder NEET-jongeren gedaald tot het laagste niveau dat ooit is geregistreerd.
     
  • Er zijn tekenen die wijzen op een verbetering van de kwaliteit van de banen voor jongeren, met minder onvrijwillige tijdelijke contracten, een grotere gepercipieerde baanzekerheid en een beter evenwicht tussen werk en privéleven dan tijdens de pandemiejaren.
     
  • Jongeren zijn echter minder tevreden met hun baan dan oudere cohorten en willen meer autonomie op het werk. Bijna de helft van de jongeren wil binnen een jaar van baan veranderen, en dit percentage is hoger onder degenen die niet kunnen thuiswerken en degenen met onzekere contracten.
     
  • De meeste jongeren zijn op zoek naar mogelijkheden voor opleiding of vervolgonderwijs. Veel jongeren in de EU hebben ervaring kunnen opdoen tijdens een stage. Er blijkt echter sprake van ongelijkheid – bijvoorbeeld in de vorm van genderverschillen – als het gaat om de kwaliteit van stages.
     
  • Problemen bij het vinden van een eigen woning vormen voor jongeren een van de grootste obstakels voor onafhankelijkheid. Vooral financieel minder bedeelde jongeren hebben slechtere kansen om het ouderlijk huis te verlaten, ook omdat dit de financiële druk op het huishouden kan verhogen. Jongeren die bij hun ouders wonen, hebben dan ook de meeste moeite om de eindjes aan elkaar te knopen.
     
  • Als het gaat om een eigen woning is er bijzonder vaak sprake van discrepanties tussen de wensen van jongeren en hun concrete plannen. Steeds meer jongeren willen graag een huis kopen, maar moeten genoegen nemen met een huurwoning.  Bovendien werd in dit verslag vastgesteld dat de onvervulde wens om het ouderlijk huis te verlaten gepaard gaan met een grotere kans om zich buitengesloten te voelen van de samenleving.
     
  • Jongeren meldden ongewoon lage niveaus van mentaal welzijn tijdens de pandemie. In 2023 was het mentale welzijn van jongeren verbeterd. Deze verbetering viel bij jongeren echter minder groot uit dan bij personen boven de 30 jaar. Voorts bleek uit het onderzoek dat discrepanties tussen wensen en concrete plannen, met name wanneer het gaat om het vinden van een baan, gepaard gaan met een groter risico op depressie bij jongeren.
     
  • 40% van de jonge respondenten in de EU zou in de komende drie jaar naar het buitenland verhuizen als zij de kans kregen, en bijna een kwart heeft plannen om dat te doen. Er zijn echter grote verschillen tussen de afzonderlijke lidstaten.
     
  • Veel jongeren hebben plannen om binnenkort een eigen gezin te stichten: meer dan de helft van de jongeren onder de 35 jaar zegt binnen drie jaar te willen gaan samenwonen met een partner, terwijl ongeveer een derde wil trouwen en een vergelijkbaar percentage kinderen wil krijgen. Jongeren met een hoger inkomen en jongeren die bij hun ouders wonen geven vaker aan binnen afzienbare tijd kinderen te willen krijgen. Omgekeerd is er bij lhbtq+-jongeren en jongeren die het risico lopen op depressie vaker sprake van een discrepantie tussen de wens en concrete plannen om kinderen te krijgen.
     
  • Wat betreft de vooruitgang bij de uitvoering van de versterkte jongerengarantie is de druk op het actieve arbeidsmarktbeleid vanwege de hoge arbeidsparticipatie van jongeren minder hoog, waardoor een algemene indruk van stagnatie kan ontstaan. In veel Zuid-Europese landen zijn er echter nog steeds hoge NEET-percentages en regionale verschillen, en deze landen hebben twijfels geuit of de regeling resultaten gaat opleveren in de meest behoeftige regio’s.
     
  • In tal van landen zijn jonge moeders nu vaker NEET dan jonge mannen, wat veelal te maken heeft met gezinstaken. Toch zijn er weinig beleidsmaatregelen van de EU specifiek gericht op jonge moeders of jonge vrouwen in het algemeen.

 

Beleidsadviezen

  • Verdere steun voor de uitvoering van de versterkte jongerengarantie is cruciaal, vooral gezien de aanwijzingen dat in het jongerenbeleid onevenredig veel nadruk is gelegd op formeel onderwijs in plaats van op integratie in de arbeidsmarkt.
     
  • Wellicht is het noodzakelijk om meer aandacht te besteden aan de genderdimensie van het NEET-percentage, aangezien jonge moeders inmiddels in verschillende landen de grootste groep NEET-jongeren vormt.
     
  • Eerdere inspanningen om uitvoering te geven aan de jongerengarantie waren erop gericht om alle landen beter in staat te stellen jongeren te bereiken en het kader om hen te koppelen aan de juiste dienst te verbeteren en zo nodig ook nieuwe diensten op te zetten. Bij de huidige inspanningen wordt ook getracht de afstemming van diensten op de behoeften van jongeren te monitoren en een meer participatieve aanpak te volgen. Nationale en regionale strategieën moeten bijzondere aandacht besteden aan kwetsbare jongeren en jongeren met een afstand tot de arbeidsmarkt, met name in gebieden met een lage mate van verstedelijking en in achterstandswijken, en aan het verstrekken van de vereiste middelen en informatie aan instanties en hun partners. Het verslag bevat voorbeelden van goede praktijken uit landen als België, Bulgarije, Finland en Spanje.
     
  • Fatsoenlijk werk moet centraal staan in het werkgelegenheidsbeleid voor jongeren. De arbeidsmarkt blijft precair en onrechtvaardig voor de jonge generatie, gezien de hoge kosten van levensonderhoud en woonlasten. Er is weliswaar genoeg werkgelegenheid, maar veel banen zijn onaantrekkelijk, slecht betaald en ontoereikend voor een fatsoenlijk levensonderhoud.
     
  • Hoewel de versterkte jongerengarantie in de eerste plaats wordt gezien als maatregel van economisch/werkgelegenheidsbeleid, hangt het succes ervan nauw samen met het gezins-, huisvestings- en kinderopvangbeleid, maatregelen ter bestrijding van gender- en intersectionele discriminatie en synergieën met de strategie voor geestelijke gezondheid van de Europese Commissie van 2023.

The report contains the following lists of tables and figures.

List of tables

  • Table 1: Distribution of NEET young people, as a proportion of all 15- to 29-year-olds, EU27, 2013, 2019 and 2020 (%)
  • Table 2: Distribution of NEET young people, as a proportion of all 15- to 29-year-olds, using the new EU-LFS structure, EU27, 2021 and 2022 (%)
  • Table 3: Determinants of job satisfaction
  • Table 4: Mental well-being of young people by gender, EU27, 2023
  • Table 5: Mental well-being of young people by degree of urbanisation, EU27, 2023

 

List of figures

Number of pages
84
Reference nº
EF23097
ISBN
978-92-897-2403-6
Catalogue nº
TJ-05-24-314-EN-N
DOI
10.2806/87785
Permalink

Cite this publication

Disclaimer

When freely submitting your request, you are consenting Eurofound in handling your personal data to reply to you. Your request will be handled in accordance with the provisions of Regulation (EU) 2018/1725 of the European Parliament and of the Council of 23 October 2018 on the protection of natural persons with regard to the processing of personal data by the Union institutions, bodies, offices and agencies and on the free movement of such data. More information, please read the Data Protection Notice.