Overslaan en naar de inhoud gaan

Grenzen voor Oost-Europese werknemers voorwaardelijk open

Nederland
/De regering wil de grenzen voor Oost-Europese werknemers – volgens EU-afspraak – formeel per 1 mei 2006 openzetten. Tot 1 januari 2007 wordt een overgangsregime voorgesteld, waarbij een - weliswaar minder strenge - arbeidsvergunning van overheidswege moet worden afgegeven en enkele sectoren de oude, strenge toets houden. Werkgevers vinden dit overgangsregime onnodig, terwijl de vakbonden voor een uitgebreidere toetsing zijn. Een meerderheid in de Tweede Kamer wil ook een strikter overgangsbeleid: per sector moet door de sociale partners worden bezien of geen verdringing van Nederlandse werknemers plaatsvindt. De Minister is meegegaan met het meerderheidsstandpunt in de Tweede Kamer./
Article

Disclaimer: Voorliggende informatie is beschikbaar gemaakt als openbare dienstverlening; deze is noch door Europese Stichting tot Verbetering van de Levens- en Arbeidsomstandigheden bewerkt noch goedgekeurd. Voor de inhoud zijn alleen de auteurs verantwoordelijk.

De regering wil de grenzen voor Oost-Europese werknemers – volgens EU-afspraak – formeel per 1 mei 2006 openzetten. Tot 1 januari 2007 wordt een overgangsregime voorgesteld, waarbij een - weliswaar minder strenge - arbeidsvergunning van overheidswege moet worden afgegeven en enkele sectoren de oude, strenge toets houden. Werkgevers vinden dit overgangsregime onnodig, terwijl de vakbonden voor een uitgebreidere toetsing zijn. Een meerderheid in de Tweede Kamer wil ook een strikter overgangsbeleid: per sector moet door de sociale partners worden bezien of geen verdringing van Nederlandse werknemers plaatsvindt. De Minister is meegegaan met het meerderheidsstandpunt in de Tweede Kamer.

De EU wil voor 1 mei 2006 weten op welke wijze Nederland toewerkt naar open arbeidsgrenzen. In 2009 gaan volgens Brussel alle grenzen sowieso open, tenzij een land kan aantonen dat daardoor de economie totaal wordt ontwricht. Eurocommissaris Vladimir Spidla was begin april speciaal naar het Nederlandse parlement gekomen om het ervan te overtuigen dat Nederland, in navolging van landen als Groot Brittannië, Ierland en Zweden, economisch profijt zal trekken van open grenzen.

In 2005 werkten in Nederland ongeveer 30.000 mensen uit Polen en andere nieuwe EU-lidstaten. Onderzoek maakt het aannemelijk dat dit aantal zal verdubbelen als de bestaande belemmeringen worden opgeheven. Veelal gaat het om arbeid in de land- en tuinbouw en productiewerk in fabrieken, werk waar Nederlandse werknemers veelal niet voor te vinden zijn. (NL0507103F).

De Minister President en de Tweede Kamer reageerden terughoudend op het vraagstuk van vrije arbeidsmigratie. De Minister President, Jan Peter Balkenende, is van mening dat het principe van open grenzen moet worden gesteund, maar dat tegelijkertijd gekeken moet worden naar de consequenties voor de arbeidsmarkt en naar wat de ons omringende landen doen. Duitsland, Frankrijk en België hebben inmiddels aangekondigd hun grenzen voorlopig deels gesloten te houden.

Ook de Tweede Kamer reageerde in meerderheid voorzichtig. Vakbondsfederatie FNV maakte zijn mening kenbaar door tijdens het debat te demonstreren voor de ingang van de Tweede Kamer. Hoewel zowel de rechterflank als linkerflank in de Tweede Kamer voor open grenzen zijn, legt de linkerkant mee nadruk op een waterdichte controle op de naleving van de Nederlandse arbeidsvoorwaarden. Het PvdA-kamerlid Jet Bussemaker wil een verantwoordelijke overgang. Zij vraagt Staatssecretaris van Sociale Zaken Henk van Hoof eerst meer te doen om arbeidsvoorwaarden te handhaven, illegale arbeid te bestrijden en werklozen aan het werk te krijgen, voordat de bestaande beperkingen worden afgezwakt of opgeheven. Ook de SP is tegen omdat de partij bang is voor oneerlijke concurrentie op loonkosten. De kleinste regeringspartij D66 schaarde zich in het debat aan de kant van de liberale regeringspartij VVD, en hield de linkse partijen voor dat verplaatsing van arbeid van alle eeuwen is, en dat men dat feit heeft te aanvaarden, ook al doet dat weleens pijn. De regeringspartij CDA nam een middenpositie in en stelt nu een gerichte, selectieve aanpak voor: alleen in sectoren waar werknemers en werkgevers beide willen dat de regels worden versoepeld, kan de nieuwe regelgeving worden aangepast.

Staatssecretaris van Hoof gaat de zogenoemde sectorenaanpak nu onderzoeken. Van Hoof zegde al toe dat hij in overleg met werkgevers en werknemers in bepaalde sectoren bepaalde werknemers niet zal toelaten. Ook wordt het toezicht op de naleving van cao’s, arbeidsvoorwaarden en belastingen verscherpt. Tot 1 januari 2007 geldt een overgangsregime, waarbij een vergunning wel verplicht blijft, maar de eisen minder streng worden. De arbeidsmarkttoets vervalt. Het CWI (Centrum voor Werk en Inkomen) gaat dan alleen nog na of de beloning en de huisvesting aan de eisen voldoen. De toets op mogelijke verdringing van mogelijk andere werknemers vervalt. De Arbeidsinspectie zal wel strenger controleren op ontduiking van het minimumloon, waar een hogere boete op komt te staan. En bij ontduiking van cao’s, zal de vakbond worden ingelicht. De bond kan de werkgever voor de rechter dagen. Ook gaan de Belastingdienst en de Arbeidsinspectie nauwer samenwerken om illegale arbeid, zwart werk en schijn-zelfstandigheid harder aan te pakken. Tenslotte wordt de voorlichting aan Oost Europese werknemers uitgebreid, zodat zij beter op de hoogte raken van hun (cao)rechten. Maar een meerderheid in de Tweede Kamer vindt dit nog steeds onvoldoende garanties: zij houden naast de sectortoets vast aan de individuele arbeidsmarkttoets om er zeker van te zijn dat geen Nederlandse werknemer werkloos blijft, terwijl een buitenlandse aan het werk kan .

Werkgeversorganisaties VNO-NCW en MKB Nederland zijn teleurgesteld over deze voorstellen, een overgangsregime achten zijn onnodig. Buitenlandse werknemers worden al betaald volgens de Nederlandse cao, dus is voor hen de vraag of de Staatssecretaris geen vertrouwen heeft in zijn eigen inspectie, die de handhaving controleert. Hoewel de vakbeweging in de Sociaal-Economische Raad zich achter het advies stelde, waarin gepleit wordt voor open grenzen, zijn de meningen nu genuanceerder. Principieel is de vakbeweging nog steeds voor open grenzen, maar nu worden de condities waaronder preciezer omschreven. Open grenzen zijn goed voor de economie, maar dan moeten de wetten en regels wel worden nageleefd. Pas als de controle op zwart werk, onderbetaling en schijn- zelfstandigheid adequaat zijn geregeld, kunnen de grenzen open. En dat is over een jaar of drie. Reagerend op de voorstellen van Staatssecretaris Van Hoof zijn de vakbondsfederaties FNV en CNV blij dat de staatssecretaris tijd uittrekt om met aanvullend beleid te komen, zodat Oost-Europese werknemers de banen van Nederlanders niet onterecht innemen. De sectorale toetsing vindt instemming bij de FNV. Een meerderheid in de Tweede Kamer wil een ook een strikter overgangsbeleid: per sector moet door de sociale partners worden bezien of geen verdringing van Nederlandse werknemers plaatsvindt. De Minister is meegegaan met het meerderheidsstandpunt in de Tweede Kamer.

Marianne Grünell, HSI

Disclaimer

When freely submitting your request, you are consenting Eurofound in handling your personal data to reply to you. Your request will be handled in accordance with the provisions of Regulation (EU) 2018/1725 of the European Parliament and of the Council of 23 October 2018 on the protection of natural persons with regard to the processing of personal data by the Union institutions, bodies, offices and agencies and on the free movement of such data. More information, please read the Data Protection Notice.