Disclaimer: Voorliggende informatie is beschikbaar gemaakt als openbare dienstverlening; deze is noch door Europese Stichting tot Verbetering van de Levens- en Arbeidsomstandigheden bewerkt noch goedgekeurd. Voor de inhoud zijn alleen de auteurs verantwoordelijk.
Het Christelijk Nationaal Vakverbond heeft voorgesteld flexwerkers recht op meer scholing te geven. Een meerderheid in de Tweede Kamer steunt dit voorstel. Meer scholing moet hun arbeidspositie versterken. De PvdA wil het recht op scholing verbreden tot alle werknemers; hen zou minimaal een week scholing per jaar moeten worden geboden. De coalitiepartijen in het kabinet, CDA en Christen-Unie, keren zich tegen een wettelijke verplichting. Ook werkgeversorganisaties VNO-NCW en MKB-Nederland hebben negatief gereageerd op een wettelijk recht.
Het Christelijk Nationaal Vakverbond, CNV, heeft voorgesteld flexwerkers de mogelijkheid te bieden meer scholing te volgen. Uit onderzoek,dat in opdracht van de vakcentrale is uitgevoerd, blijkt dat een half miljoen werknemers op een tijdelijk contract werkt. Het gaat hier om de groep die een tijdelijk contract, een contract dat vanzelf afloopt, heeft, maar ook om oproepkrachten met nulurencontracten en uitzendkrachten. De omvang van de gehele groep flexwerkers blijkt door de jaren heen vrij constant. Ook wordt duidelijk dat deze werknemers, als ze eenmaal een tijdelijk contract hebben, niet snel doorstromen naar een vast contract. En hoe langer werknemers in die situatie zitten, hoe groter de kans dat zij geen vast contract meer krijgen. Bijna de helft van de instroom in de WW bestaat uit mensen met een tijdelijk contract. Daarom wil de CNV dat flexwerkers dezelfde scholingrechten krijgen als werknemers in vaste dienst. Juist flexwerkers moeten de kans krijgen te werken aan hun employability, omdat zij vaker dan werknemers in vaste dienst van baan (moeten) veranderen. De CNV liet het onderzoek uitvoeren in aanloop van de evaluatie van de Wet Flex en Zekerheid uit 1999, waarin onder meer het aantal opeenvolgende tijdelijke contracten aan banden werd gelegd, tot hoogstens drie maal een jaarcontract.
Rol voor overheid
In het licht van de komende evaluatie van de Wet Flex en Zekerheid, doet het CNV een aantal aanbevelingen aan de regering. De vakcentrale vindt dat de scholingskosten van flexwerkers voor werkgevers financieel aftrekbaar moeten worden gemaakt. Ook bepleit de CNV een hogere WW-premie voor flexwerkers. Bedrijven die kiezen voor veel flexwerkers hebben dan hogere kosten aan de WW-premie dan werkgevers die meer vaste werknemers in dienst hebben. Werkgevers zouden ook moeten motiveren waarom ze werknemers een tijdelijk contract aanbieden. Dan weten werknemers ook waar ze aan toe zijn. De CNV gaat proberen deze onderwerpen per cao te regelen. Op termijn zou wetgeving de regelingen kunnen bevestigen en veralgemeniseren. Een meerderheid in de Tweede Kamer steunt het CNV-voorstel; de Kamer wil flexwerkers om te beginnen recht op scholing geven. De Kamer is ervan overtuigd dat hun arbeidspositie moet worden versterkt.
Wetgeving
De Partij van de Arbeid wil het recht op scholing verbreden door alle werkgevers te verplichten de werknemers minimaal een week scholing per jaar te bieden. Werknemers krijgen recht op scholing via een persoonlijke leerrekening. De partij doet het wetsvoorstel in het kader van een arbeidsmarkt, waarin werknemers steeds vaker worden geconfronteerd met toenemende concurrentie, saneringen en het outsourcen van banen naar lagelonenlanden. Scholing biedt hierop een antwoord; het perspectief kan geven op een succesvolle loopbaan in een complexe arbeidsmarkt. Deze visie wordt gesteund door onderzoek van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid: er bestaat hard bewijs voor een positief verband tussen scholing, arbeidsproductiviteit en loon. Maar coalitiepartijen, CDA en Christen-Unie, hebben negatief gereageerd op het PvdA-voorstel voor een wettelijke verplichting. De sociale partners dienen zelf scholingsafspraken te maken in de cao. Ook werkgeversorganisaties VNO-NCW en MKB-Nederland hebben negatief gereageerd op een wettelijke verplichting.
Marianne Grünell, HSI