Overslaan en naar de inhoud gaan

Publieke zwangerschapsverlofregeling voor zelfstandigen alsnog ingesteld

Nederland
Minister Donner van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft in augustus 2007 de patstelling rond een publieke zwangerschapsverlofregeling voor zelfstandigen zonder personeel doorbroken. Hij gaat deze voorziening alsnog instellen, terwijl de rechter in juli nog oordeelde dat de Nederlandse staat geen publieke zwangerschapsverlofregeling voor zwangere zelfstandigen en meewerkende partners hoeft te treffen. De maatregel van de Minister heeft de volledige instemming van de Federatie Nederlandse Vakbeweging. In juli 2007 was de Federatie, die samen met het Clara Wichmann Instituut, het ontbreken van zo’n voorziening aanklaagde, door de rechter in het ongelijk gesteld.
Article

Disclaimer: Voorliggende informatie is beschikbaar gemaakt als openbare dienstverlening; deze is noch door Europese Stichting tot Verbetering van de Levens- en Arbeidsomstandigheden bewerkt noch goedgekeurd. Voor de inhoud zijn alleen de auteurs verantwoordelijk.

Minister Donner van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft in augustus 2007 de patstelling rond een publieke zwangerschapsverlofregeling voor zelfstandigen zonder personeel doorbroken. Hij gaat deze voorziening alsnog instellen, terwijl de rechter in juli nog oordeelde dat de Nederlandse staat geen publieke zwangerschapsverlofregeling voor zwangere zelfstandigen en meewerkende partners hoeft te treffen. De maatregel van de Minister heeft de volledige instemming van de Federatie Nederlandse Vakbeweging. In juli 2007 was de Federatie, die samen met het Clara Wichmann Instituut, het ontbreken van zo’n voorziening aanklaagde, door de rechter in het ongelijk gesteld.

Minister Piet-Hein Donner van Sociale Zaken heeft in augustus 2007 de patstelling rond een publieke zwangerschapsverlofregeling voor zelfstandigen zonder personeel doorbroken. Hij gaat deze voorziening toch instellen. De betreffende vrouwen krijgen zestien weken recht op een uitkering, waarvan de hoogte afhankelijk is van hun inkomsten. De uitkering zal ten hoogste het wettelijk minimumloon bedragen (E 1.317 bruto per maand). De uitkering zal uit de algemene middelen worden gefinancierd.

Nederland uit de pas met EU-regelgeving

In juli 2007 oordeelde de rechter nog dat de Nederlandse staat geen publieke zwangerschapsverlofregeling voor zwangere zelfstandigen en meewerkende partners hoeft te treffen. Dat gebeurde in een proces dat was aangespannen door Federatie Nederlandse Vakbeweging (FNV) samen met het Clara Wichmann Instituut. Volgens de rechtbank is het ontbreken van zo’n publieke regeling niet in strijd met internationale verdragen. Nederland is immers op grond van de Europese wetgeving niet verplicht een publieke zwangerschaps- en bevallingsuitkering zoals werknemers die kennen, op te stellen voor zelfstandigen. De FNV overwoog toen in hoger beroep te gaan en bleef daarnaast politieke druk uitoefenen. In de Tweede Kamer zijn reeds diverse moties ingediend, waarbij de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid werd verzocht zich te buigen over de mogelijkheid van een publieke zwangerschapsverlofregeling voor zelfstandigen. Door het ontbreken van een publieke zwangerschapsverlofregeling voor zelfstandigen liep Nederland behoorlijk uit te pas met de rest van Europa. De FNV bleef erop wijzen dat Nederland als enige van de 29 EU-landen geen publieke regeling voor zelfstandig werkende vrouwen heeft met betrekking tot een inkomensgarantie gedurende zwangerschap- en bevallingsverlof (NL0707059I).

Sociale Partners voor afschaffing WAZ

Tot augustus 2004 hadden de zelfstandigen recht op een zwangerschapsverlof van 16 weken waarin ze een uitkering ter hoogte van het minimumloon ontvingen. Deze regeling is vervallen met de afschaffing van Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ) (Nl0512104F). De beslissing, de WAZ af te schaffen, is indertijd gesteund door zowel de FNV, het Platform Zelfstandig Ondernemers (PZO) alsook MKB Nederland: de premies voor de WAZ werden te hoog geacht voor de uitkering van 70 % minimumloon na een wachttijd van één jaar. Wel bepleitte de FNV destijds de WAZ te vervangen door een andere publieke regeling, in plaats van deze regeling aan de markt te laten. Zelfstandigen worden geacht zich op de particuliere markt te verzekeren tegen de risico’s van ziekte en arbeidsongeschiktheid. Ook kon men zelf geld op zij zetten ter overbruggen van deze perioden waarin men wegens ziekte, arbeidsongeschiktheid of zwangerschap geen deel kan nemen aan het arbeidsproces.

Particuliere zwangerschapsverlofregeling kent wachttijd van twee jaar

Het ontbreken van een publieke regeling voor zwangerschapsverlof voor zelfstandigen betekende overigens niet dat zwangere zelfstandigen geen particulier geregelde verlofvoorzieningen of andere regelingen kennen. Het probleem is echter dat de helft van de vrouwelijke zelfstandigen geen particuliere arbeidsongeschiktheidsverzekering, al dan niet inclusief zwangerschapsverlofregeling, heeft afgesloten. De voornaamste reden voor het niet afsluiten van zo’n arbeidsongeschiktheidsverzekering is dat de zelfstandigen deze verzekering te duur vinden. Ook gaan veel particuliere zwangerschapsverlofregelingen gepaard met een wachttijd van twee jaar. Vrouwen die deze verzekering wel hebben afgesloten, kunnen door de wachttijd in de problemen komen.

Kosten publieke regeling zijn beperkt

De kosten van een publieke regeling voor zwangerschapsverlof voor zelfstandigen zijn in feite beperkt. Tot de afschaffing van de WAZ in 2004 ontvangen jaarlijks zo’n 4.500 tot 5.500 zelfstandig werkende vrouwen een zwangerschaps- en bevallingsuitkering. De lasten aan deze uitkeringen bedroegen jaarlijks zo’n € 20 miljoen. Het is relatief goedkoop voor de Nederlandse overheid om een dergelijke publieke verlofregeling voor zelfstandig werkende vrouwen te regelen. In de nu voorstelde voorziening ontvangen vrouwen zestien weken recht op een uitkering van ten hoogste het wettelijk minimumloon.

Monique Aerts, Astri

Marianne Grünell, HSI

Disclaimer

When freely submitting your request, you are consenting Eurofound in handling your personal data to reply to you. Your request will be handled in accordance with the provisions of Regulation (EU) 2018/1725 of the European Parliament and of the Council of 23 October 2018 on the protection of natural persons with regard to the processing of personal data by the Union institutions, bodies, offices and agencies and on the free movement of such data. More information, please read the Data Protection Notice.